Atika Aafar is altijd wel een type ‘docent’ geweest. Maar echt concrete stappen in die richting nemen? Nee! Daarvoor was haar plankenkoorts te groot. Toch moest het zo zijn. Nu is Atika alweer jarenlang docent onderzoeksvaardigheden en afstudeerbegeleider op Tio. En ze doet het nog altijd met veel plezier. “Het heeft me veel gebracht. Ik ben op persoonlijk vlak enorm gegroeid dankzij Tio.”
Het was na het afronden van een soortgelijk vak als onderzoeksmethoden dat Atika’s interesse in onderzoeksmethoden werd aangewakkerd. Ze besloot hierdoor om, na het afronden van haar master Corporate Communication aan de Universiteit van Amsterdam, toch nog een onderzoeksmaster te doen. Een master die puur en alleen gaat over wetenschappelijk onderzoek doen.
“Ik weet het nog heel goed, dat ik kennismaakte met het vak onderzoeksmethoden in het eerste of tweede jaar”, blikt Atika terug. “Ik ging er naartoe met een idee dat het twee supersaaie uren zouden worden. Maar de docent gaf het vak op zo’n leuke, vlotte, humoristische manier dat de stof ook interessanter werd. Dat was het moment dat ik geïnspireerd raakte. Na mijn tweede master ging ik op zoek naar een onderzoeksgerelateerde baan. Die vond ik bij Tio in Utrecht.”
Met zelfvertrouwen voor de klas
Atika startte als afstudeerbegeleider bij Tio. Toen ze kort daarna gevraagd werd om voor de klas te staan, vond ze dat spannend. “Ik werd, mijn hele leven al, nerveus als ik voor een groep mensen moest staan. Lesgeven aan een groep studenten was voor mij dus best een drempel die ik over moest. Maar ik vond ook dat ik mezelf moest uitdagen om over mijn angsten heen te komen. Dus ik deed het. Inmiddels voel ik mij helemaal comfortabel voor de klas. In die zin heeft het overwinnen van mijn plankenkoorts mijn leven veranderd.”
Veel doorgroeimogelijkheden
Inmiddels werkt Atika alweer bijna acht jaar voor Tio in de rol van examinator met name, ook is ze nog steeds docent en afstudeerbegeleider. En dat bevalt goed, vertelt ze enthousiast. “Ik heb het naar mijn zin op Tio. De vrijheid, flexibiliteit en het team van docenten op Tio Utrecht; dat zijn belangrijke pluspunten. De sfeer onderling is goed. Daarnaast zijn er binnen Tio veel doorgroeimogelijkheden. Zelf heb ik ook al verschillende kansen gekregen om door te groeien. Ik heb allerlei vakken en trainingen mogen geven, ben vakmentor voor verschillende collega’s en heb ook vakken ontwikkeld en gecoördineerd, waaronder sinds afgelopen jaar ook op masterniveau in de MBA-opleiding van Tio. Ook heb ik meegedaan met het docentenuitwisselingsprogramma. Ineens stond ik een week in Noorwegen les te geven aan de Agder Universiteit in Kristiansand. Allemaal kansen die Tio aanbiedt. Wie door wil groeien, kan doorgroeien.”
Persoonlijk en kleinschalig onderwijs
Het onderwijs op Tio is kleinschalig en persoonlijk. Dat betekent dat de klassen altijd klein zijn. “Ik geloof dat heel veel studenten profiteren van zo’n persoonlijke aanpak. Er is veel ruimte voor persoonlijke aandacht en begeleiding. Zelf vind ik het ook prettig. Je leert je studenten echt kennen op deze manier en kunt ze daardoor de begeleiding bieden die ze nodig hebben. Je ziet ze tijdens hun studie echt uitgroeien tot zelfverzekerde, capabele jongvolwassenen die klaar zijn voor het werkveld. Dat is mooi om te zien.”
“Ook fijn aan Tio: ze houden de omgeving goed in de gaten”, gaat Atika verder. “De (technologische) ontwikkelingen gaan enorm hard. Hopelijk slagen we er hierdoor in om onze studenten de kennis en vaardigheden mee te geven die toekomstproof zijn.”
Belevingswereld van jongeren
Haar liefde voor onderzoeksvaardigheden brengt Atika graag over op haar studenten. Hoe maakt ze de doorgaans minder populaire onderzoeksvakken leuk? “Ik vind dat echt een uitdaging voor mezelf, die ik graag aanga. Ik laat de stof aansluiten op de belevingswereld van mijn studenten en gebruik wat humor. Ik heb ook echt interesse in waar de studenten allemaal mee bezig zijn. Eerst investeer ik in de band met mijn studenten en dan pas komt de stof. Ik probeer ze ook duidelijk te maken hoe belangrijk onderzoeksvaardigheden zijn; niet alleen tijdens hun studie, maar óók daarna. En zeker nu. De eerste les denken de studenten vaak nog dat ze het ‘supersaai’ vinden.” Atika moet lachen. “Maar aan het einde van het semester hoor ik weleens terug dat ze het stiekem toch best leuk vonden. Dan is mijn missie geslaagd.”